top of page

Botnaald, het inbrengen, verzorgen en verwijderen van een

Inhoudsopgave

1 Doel

Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan het inbrengen en verzorgen van een botnaald bij patiënten van alle leeftijden.


2 Toepassingsgebied


Specialistisch Verpleegkundigen, medisch specialisten, arts assistenten op de SEH/IC/CC/MC/Kinder/ Anesthesie - afdelingen en het reanimatieteam van het Albert Schweitzer ziekenhuis


3 Bevoegdheden

SEH-arts, Specialisten, Arts-assistenten, SEH/IC/CC/MC/Kinder/Anesthesie- verpleegkundigen

● Deze handeling is een voorbehouden handeling in het kader van de wet BIG


De leerling verpleegkundige of stagiaire mag deze handeling verrichten nadat aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

- de theorie op school behaald is

- deze handeling middels een leerdoel in de praktijk behaald is

- de werkbegeleider akkoord is dat de leerling / stagiaire deze handeling verricht.

Handelingenschema Botnaald

1

2

Opdracht verstrekken

x

x*

Inbrengen botnaald

x

x

Medicatie toedienen via de botnaald

x

x

Infusievloeistof toedienen via de botnaald

x

x

Afdeling informeren over de nazorg

x

x

Nazorg na inbrengen botnaald

x

Verwijderen botnaald

x

x

* In acute situaties zonder aanwezige arts mag de specialistisch verpleegkundige zelf deze beslissing nemen volgens onderstaand protocol

1 = SEH-arts / medisch specialist / arts assistent

2 = SEH/IC/CC/MC/Kinder/Anesthesie- verpleegkundige


4 Werkwijze


4.1 Indicaties inbrengen botnaald

Nadat er maximaal twee pogingen zijn ondernomen om de patiënt van een perifeer infuus te voorzien. (De pogingen van de ambulance verpleegkundige meegeteld) en er levensbedreigende indicaties zijn binnen het ABCDE-protocol

◦ dyspneu bij anafylactische reactie

◦ RSI

◦ alle vormen van shock

◦ decompensatio cordis

◦ SVT

◦ Reanimatie

◦ acute sepsis

◦ hypoglykemie

◦ acute trombolyse

◦ directe aanleiding is om medicatie of bloedproducten met spoed te moeten toedienen.

Bij kinderen met een circulatiestilstand mag een poging tot inbrengen i.v. canule maximaal 60 seconden duren, daarna moet er een botnaald ingebracht worden (zie richtlijnen reanimaties 2010 van de Nederlandse Reanimatieraad


4.2 Contra-indicaties


- Inbrengen van de botnaald in een bot met een fractuur.

- Inbrengen van een botnaald op een geïnfecteerde locatie.

- Ontbreken van anatomie om de juiste inbrengplaats te onderkennen.

- Eerder orthopedische ingreep bij de inbrengplaats. (sternotomie)

- Eerdere intra-ossale infusie binnen 24 uur in dezelfde plaats.

- Osteogenesis imperfecta.

- Brandwonden op de inbrengplaats.

- Osteopenia. (Onttrekking van mineralen uit het bot)


4.3 Voorbereiding

Opdracht van een arts is nodig. Alleen bij een patiënt in een levensbedreigende situatie op de Spoedeisende hulp afdeling waarbij de arts nog niet aanwezig is mag de SEH-verpleegkundige direct een botnaald inbrengen bij de patiënt volgens dit protocol.

- Informeer de patiënt of begeleider

- Benodigde materialen klaarzetten:

- Desinfectiemateriaal.

- Driver van EZ-IO. (zie onderstaand afbeelding)

- Juiste naald Rood, kinderen tot 40 kg,

Blauw volwassen boven de 40 kg

Geel volwassen (adipeus in aanprikzone)

- Toedieningssysteem van EZ-IO.

- Lidocaine 2% 4 - 6 ml opgelost met Nacl 0.9% tot 10 cc.

- Polsbandje EZ-IO.(zit in het doosje)

- Onsteriele handschoenen.

- Infuussysteem (gevuld) met drukzak.


4.4 Uitvoering

- Sluit infuussysteem met drukzak aan op een infuuszak en vul het systeem.

- Trek 4 - 6 ml lidiocaine 2 % op aangevuld met Nacl 0,9 % tot 10 ml en vul hiermee het toedieningsysteem van EZ-IO. Houd de spuit op het toedieningsysteem.

- Kies de inbrengplaats. Inbrengplaatsen:

◦ Proximale tibia / tibiaplateau

◦ Proximale humerus

◦ Mediale maleolus (kinderen)

- Desinfecteer eerst de insteekplaats zodat dit zo lang mogelijk kan intrekken

- Trek handschoenen aan

- Controleer verzegeling van de botnaaldcontainer

- Verwijder het beschermkapje en plaats de driver op de botnaald

- Plaats de naald op de gekozen inbrengplaats en activeer de driver.

- Houd deze loodrecht ten opzichte van de huid, druk niet te hard maar wel door de huid en houd de stand loodrecht.

- Kijk of de naald groot genoeg is.

◦ 1e lijn op de naald is de minimale boordiepte en de lijn om fixatiemateriaal onder te schuiven

◦ 2e lijn is de maximale boordiepte

- Verwijder de boornaald uit de voernaald

- Plaats het toedieningssysteem met de spuit met lidocaine op de naald.

- Flush het systeem door de vloeistof langzaam te titreren.

- Sluit aansluitend het infuussysteem aan op het toedieningssyteem.

- Polsbandje EZ-IO.(zit in het doosje) invullen en bevestigen


4.5 Nazorg/ ontslag


4.5.1 Zorg bij mislukte poging:

- Deponeer de naald in de naaldencontainer

- Plak de steriele wondpleister op de insteekwond.

- Noteer op de pleister: Botnaald en datum+ tijdstip van verwijderen


4.5.2 Zorg bij opname in de kliniek van de patiënt met een botnaald:

- Zorg voordat de patiënt met een botnaald op een reguliere afdeling in de kliniek wordt opgenomen voor een perifere of centrale toegang zodat de botnaald kan worden verwijderd. Zie ook: What is EZ-IO?- EZIO Intraosseous Infusion System (IO Drill / IO Driver / IO Gun) is a complete solution for immediate vascular access.->

- Bij overdracht van de patiënt naar de kliniek dient hij/zij voorzien te zijn van een pleister op de inbrengplaats met daarop genoteerd de datum en tijdstip van het verwijderen van de botnaald.

- Noteer dit in het dossier

- Pleister mag pas na 24-uur verwijderd worden!


4.5.3 Informatie voor het verwijderen van de botnaald door de verpleegkundige of arts:

De botnaald moet binnen 24 uur worden verwijderd


Benodigdheden materialen klaarzetten:

- Lidocaine 2 % 4 - 6 ml aangevuld met Nacl 0,9% tot 10 ml totaal.

- Luorlock spuit 10 cc

- Niet steriele handschoenen

- Naaldencontainer

- Steriele wondpleister


Uitvoering:

- Informeer de patiënt top

- Ontkoppel eventuele infuussystemen van de botnaald.

- Titreer de lidocaineoplossing langzaam in de botnaald.

- Trek handschoenen aan.

- Sluit de lege luorlockspuit aan op de botnaald.

- Stabiliseer de extremiteit van de patiënt waar de botnaald is ingebracht.

- Draai rechtsom en maak tegelijkertijd een trekkende beweging. Houd de naald loodrecht ten opzichte van het bot.

- Deponeer de naald in de naaldencontainer

- Plak de steriele wondpleister op de insteekwond.

- Noteer op de pleister: Botnaald en datum+ tijdstip van verwijderen


5 Rapportage

Noteer op de verpleegkundige rapportage SEH/IC/CC/MC/Kinder altijd dat er een botnaald is in gebracht, of een poging daartoe en waar.

Noteer op het bijgevoegde polsbandje datum en tijdstip van inbrengen en bevestig dit aan de patiënt

Noteer bij verwijderen van de botnaald op de steriele wondpleister: Botnaald en datum+ tijdstip van verwijderen


6 Complicaties

Bij het optreden van complicaties: altijd direct een arts waarschuwen.

Extravasatie komt voort uit manipulatie. De naald moet tijdens het inbrengen in één lijn worden ingebracht. Als er een mogelijkheid bestaat dat door mobilisatie / transport de naald zou kunnen worden gemanipuleerd dient deze te worden gefixeerd.

Infectie. Inbrengen van de naald wordt voorafgegaan door desinfectie van de huid met behulp van betadine/chloorhexidine. In de regel dient de botnaald na 24 uur te worden verwijderd om infecties te voorkomen.Dit omdat de naald porte entrée is tot het bot. Na verwijdering dient de insteekopening afgedekt te worden met een steriel pleisterverband.

Compartimentsyndroom. Door microfracturen kunnen lekkages ontstaan. Er dient regelmatig te worden gecontroleerd op zwelling, toename van pijn, afname sensorische, of motorische pulsvorming.( Bewaak de Vijf P’s)

Pijn door infusie is te bestrijden door het titreren van lidiocaine 2% 4 a 6 ml. Om een constante flow te bewerkstelligen is het gebruik van een drukzak aan te raden. Eventueel extra flushen kan ook flow verbeteren.


7 Begrippen


Wet BIG = Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg

RSI = Rapid Sequence Induction

SVT = Supraventriculare tachycardie

Osteogenesis imperfecta = Osteogenesis imperfecta (ook wel afgekort als OI) of Brozebottenziekte is een zeldzame autosomaal dominant overgeërfde botziekte, die vooral gekenmerkt wordt door zeer broze botten. Daarnaast is ook het bindweefsel aangetast, waarbij gewrichten, tanden en de huid kunnen zijn aangedaan.

intra-ossale = “In het bot”

Extravasatie = Als vloeistof via een bloedvat moet worden toegediend en buiten het bloedvat in de huid terechtkomt.

Vijf P’s =Pain : pijn

Paralyses : verlamming

Pallor : bleekheid

Paresthésie, Paresthesieën:tintelingen

Polsloosheid


8 Bijzonderheden

 De botnaald met benodigdheden is aanwezig op de SEH, Kinder afdeling en op de CCU in de uitrukkar in een first respondertasje .

 Bij reanimaties elders in de kliniek is de CCU verpleegkundige verantwoordelijk voor het meenemen van de botnaald met de benodigde materialen

 Op de locatie Zwijndrecht is de botnaald aanwezig op de AZA in de reanimatiekar.

 Het inbrengen van de botnaald wordt getraind in de jaarlijkse ALS en APLS trainingen van het Leerhuis


9 Bijbehorende documenten


Externe linken kopiëren en in google werkbalk plakken om ze te kunnen openen



KMS:

TNCC / ATLS


10 Literatuur

Richtlijnen reanimatie 2010; Nederlandse Reanimatie Raad


Σχόλια


bottom of page