top of page

INTRA-AORTALE BALLONCATHETER (IABP) – bewaking van de zorgvrager met

Doel

Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de bewaking van de zorgvrager met een intra-aortale ballonpomp (verder te noemen IABP) door middel van het controleren van de werking van de IABP en het herkennen van de complicaties van de therapie.


Toepassing

CCU / ICU van het Albert Schweitzer ziekenhuis


Bevoegdheden

Deze handeling is een voorbehouden handeling in het kader van de wet BIG.

Alle artsen, Cardiofysiologisch medewerker en IC/CC verpleegkundigen mogen de zorgvrager met een IABP bewaken, mits zij bekwaam zijn.

De IC/CC cursist of stagiaire mag deze handeling verrichten nadat aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

- de theorie op school behaald is

- deze handeling middels een leerdoel in de praktijk behaald is

- de werkbegeleider is akkoord dat de cursist deze handeling onder begeleiding verricht.

Werkwijze

* Indicaties:

De zorgvrager met ernstig cardiaal falen, dermate in aanmerking komend voor ballonpomptherapie, aangesloten aan de IABP.


* Referentie waarden:



* Voorbereiding:

- Het informeren van de zorgvrager is reeds gedaan voor het inbrengen van de IABP-catheter.

- Verzamel medische- en verpleegkundige informatie van de zorgvrager aangaande de voorgeschiedenis, de huidige medische toestand en de specifieke indicatie voor het starten van de ballonpomptherapie.

- Aangaande de begeleiding van de zorgvrager kunt u informatie vinden in het desbetreffende protocol.

* Aandachtspunten:

- Ga na of perifere pulsaties aanwezig zijn; gebruik eventueel een Doppler.

- IJken van de pomp hoeft niet, in principe gebeurt dit rondom de inbrengprocedure.

- Leeg 1x per dag (tijdstip: 10 uur) het condensreservoir in de pomp. Dit is het condens wat vrijkomt tijdens de in- en deflatie.

- Controleer 1x per dag (tijdstip: 10 uur) of het stikstof reservoir voldoende gevuld is.

- Ga na of er direct na het inbrengen van de IABP gestart is met antistolling intraveneus. Adequaat hepariniseren om trombo-embolische processen te voorkomen is van groot belang.

- De ballonpomp mag nooit helemaal uitstaan wanneer de balloncatheter insitu is, eventueel wel op stand-by, maar ook nooit langer dan 30 minuten ivm risico op trombusvorming.

- Het is van groot belang dat zowel de elektrodes van de IABP als de elektrodes van de monitor aan de zorgvrager worden aangesloten, dit is om een optimaal zuivere triggering te krijgen voor de in-en deflatie van de IABP-catheter.

- Zet de ballonpomp niet uit bij een reanimatie.

- Stel de arts op de hoogte wanneer er een verandering is in de positionering van catheter.

- De IABP-catheter mag niet afknikken.

- Bij lekkage van of bloed in de IABP-catheter stopt de ballonpomp automatisch. Is dit niet het geval waarschuw dan zo snel mogelijk een arts en zet de ballonpomp op standby.

- De zorgvrager ligt bij voorkeur plat (0 tot 15 graden)! Wanneer de zorgvrager in een hoek van 45 graden verpleegd gaat worden, is het van groot belang dat er na de houdingswijziging van de zorgvrager een controle X-thorax wordt gemaakt om de positionering van de intra-aortale ballon te controleren. Wees voorzichtig met houdingswisselingen, de sheat van de balloncatheter zit namelijk alleen bij de insteekopening gehecht, inwendig is er kans op verschuiving van de intra-aortale ballon positie! Bij het verschuiven van de balloncatheter altijd een arts waarschuwen.

- Indien zorgvrager been erg naar buiten draait, zandzakje naast het been leggen ter voorkoming van peroneus leasie.

- Vervang de drukzak met heparine 1x per 24 uur.

- Houd het drukmeetsysteem op druk van 300 mm Hg.

- Flush het drukmeetsysteem elke 2 uur gedurende 10 seconden.

- Controleer het drukmeetsysteem op lucht


* Benodigdheden:

- IABP

- Parameters verkregen via monitoring

- Alle waarden van arteria pulmonaliscatheter en arteriële catheter (Swan-Ganz catheter niet in alle gevallen geïndiceerd > afhankelijk van toestand zorgvrager en beleid cardiologen)

- Hemodynamische berekeningen

- Drukcurven

- Perifere en centrale temperatuur

- Eventueel doppler

- Chemie, hematologie, hartenzymen en stollingswaarden

- Vochtbalans

- X-thorax,

- ECG


* Uitvoering:

- Controleer iedere uur de instellingen en curves van de IABP.

- Wanneer de IABP op de ‘autotiming’ stand staat berekend de ballonpomp zelf de beste trigger momenten.

- Bewaak de inflatie. De inflatie wordt door de pomp ingesteld op de ‘dicrotic notch’ van de arteriële curve. Voor meer info hierover: zie ‘bijzonderheden’.

- Bewaak de deflatie (deflatie geeft afterloadreductie waarbij de ballon wordt leeggezogen).

- Controleer en interpreteer altijd de curven van de IABP ondanks het zelfsturingsmechanisme van de ballonpomp, genoemd ‘autotiming’.

- De pomp wordt bij het aanzetten eenmalig geijkt, in het verdere beloop van de ballonpomp therapie is het in principe niet nodig om de pomp te ijken.

- Controleer minimaal eenmaal per dag (tijdstip 10 uur) de heliumgasvoorraad op de manometer; de druk mag niet lager zijn dan 50 Bar.

- 1x dd. X-thorax en ECG

- Verwijder vocht uit de connectieslang/ condens reservoir door deze los te koppelen en leeg te schudden.

- Cardiale observaties:

- Observeer augmentatiedruk

- Indien arteria pulmonalis catheter in situ, iedere dienst cardiac output meten en pulmonale- en systeemweerstand berekenen, uitgezonderd bij tricuspidalisinsufficientie en ventrikel septum defect.

- Controleer hartenzymen op indicatie.

- Renale observaties:

- Controleer 1 a 2 uur de diurese van de zorgvrager

- Controleer de nierfuncties minimaal 1x per dag

- Houd vochtbalans bij.

- Respiratoire observaties:

- Controleer X-thorax (1x per dag of vaker op indicatie); kijk naar ballonpositie en longvelden.

- Neem regelmatig een bloedgas af.

- Stollings observaties:

- Controleer de APTT door gebruik van het protocol ‘Heparine Natrium – Intraveneuze toediening van’ (ID: 1508613) waarbij een APTT tussen de 60 – 80 wordt nagestreefd.

- 2x per dag stollingspakket.

- Observeer of er hematomen ontstaan m.n. bij insteekopening van de cordis van de IABP.

- Vasculaire observaties:

- Controleer elke een à twee uur de pulsaties van de arteria tibialis posterior, de arteria dorsalis pedis of de arteria poplitea aan de kant waar de catheter is ingebracht.

- Controleer de kleur en temperatuur van het been aan de kant waar de catheter is ingebracht.

- Controleer capillaire refill nagelbed.

- Cerebrale observaties:

- Wees alert op desoriëntatie, sufheid, hypoxie, over sedatie cerebrale embolie, psychische dip zorgvrager.

- Voer regelmatig neurologische controles uit.

- Zorg voor goede kalmerings- en sedatieve medicatie.

- Bij ballonpomptherapie na thoraxchirurgie heparine toedienen volgens beleid van arts.


* Rapportage:

Rapporteer al deze gegevens in het PDMS HIX/Metavision die bevonden zijn tijdens het uitvoeren van de bewakingsprocedure.


Complicaties

Bij het optreden van complicaties: altijd direct een arts waarschuwen!

●Trombusvorming aan de IABP-catheter

●Emboliën naar benen, nieren, gastro-enterale vaten, spinaal vaten en hoofd

●Trombopenie en/ of anemie tengevolge van inflatie waarbij bloedplaatjes kunnen beschadigen tegen de aortawand.

●Ruptuur van de aorta en aortaklepbeschadigingen, vals aneurysma in arteria femoralis.

●Bloedingen uit insteekopeningen, gastro-enterale bloedingen.

●Gasembolieën door lekkage uit de ballon (leg de patiënt in Trendelenburg!)

●Ischemie been waarin de ballonpomp is ingebracht

●Infectie

●Beschadiging nervus peroneus door continue druk van de IABP-catheter (risico klapvoet).


Begrippen

- Nervus peroneus = zenuw in been > o.a. verantwoordelijk voor het heffen van de voet

- Augmentatiedruk = verhoogde vroegdiastolische druk, die ontstaat tijdens inflatie van de IABP.

- Autotiming = zelfsturingmechanisme van de ballonpomp wat betreft de in- en deflatie timing, ook in het geval van aritmiën.


Bijzonderheden

Het ‘autotiming systeem’ van de ballonpomp reguleert de timing van de in- en deflatie. Waarop baseerd de ballonpomp deze timing?


De inflatie wordt ingesteld op de dicrotic notch van de arteriële curve, zie figuur normale arteriële drukcurve.
















De deflatie wordt ingesteld op de Aedd (aorta einddiastolische druk), deze moet ongeveer 10 mm Hg lager zijn dan een niet geassisteerde slag; zie onderstaande figuur.








Literatuur

- ‘De Intra Aortale Ballon Pomp’, uitgave van Clinical Support Arrow Europe. Hans Josemans, 2e editie april 2004

- Protocol NVICV aangaande de IABP

- Gebruiksaanwijzing aanwezig in verpakking van IABP-katheter -

- Leerboek Intensive-Care verpleegkundige deel 1, hoofdstuk 6.3

- Protocol Erasmus MC

- Heparine Natrium – Intraveuze toediening van (ID: 1508613)


VERZORGING PATIENT MET IABP


Aandachtspunten mbt verzorging:


1. AD- matras ….. bed op cath.lab brengen!

2. Houding in bed 15 graden, max. 30 graden

3. Been waarin de ballonkatheter zit:

- gestrekt houden, zonodig fixeren

- z’n zandzak tegen naar buiten draaien van het been

- regelmatig voet aanspannen ter voorkoming van spitsvoet

4. Na inbrengen IABP: X-thorax en arts laten beoordelen ligging van de ballon

5. Maagbeschermer af spreken door arts en in EVS

6. Sluit altijd een drukzak met 5000 EH heparine in 500cc NACL 0,9% aan op sheat van de IABP 7. Start met Heparinepomp: 25.000 EH / 24 uur na overleg met cardioloog!

8. Voor een optimale triggering: elektrodes van de IABP + elektrodes van de monitor aanbrengen op de patiënt.

9. Dagelijks drukzak met heparineoplossing vervangen

10. Arteriële druksysteem binnen 96 uur verschonen: Datum inbrengen: __________


Controles:

1.Dgls. : ECG en X-thorax

2.Lab :

- dgls. NF, bloedbeeld

- APTT controle volgens protocol heparine natrium toediening (ID: 1508613)

- 2 dd stollingspakket

- overig lab op indicatie

3. Neurologische controle á 2 uur op CCU daglijst


N.B. :


1. Bij verschuiven ballonkatheter altijd arts waarschuwen

2. Ballonpomp blijft aan tijdens reanimatie

3. Ballonpomp nooit langer dan 30min. op stand-by, i.v.m. trombus vorming

4. Ballonpomp stopt automatisch als er bloed in de slang komt, zet op standby en waarschuw direct arts.

5. Als de kolom van de heliumtank rood verkleurd moet de tank vervangen worden binnen 48 uur

6. De augmentatiedruk moet iets hoger zijn dan de IABP systolische druk

7. Bij gasembolie door lekkage via de ballon: bed in Trendelenburg


Curve:


Augmentatie systole is lager dan de oorspronkelijke systole, augmentatie einddiastolische druk is lager dan de originele diastole, piek diastolische druk is hoger dan de originele systole, dicrotic notch niet zichtbaar.



Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


bottom of page