Doel
Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan het gebruik van microclaves bij verschillende infuuslijnen
Toepassingsgebied
Care-afdelingen binnen het Albert Schweitzer Ziekenhuis
Bevoegdheden
Care-verpleegkundigen zijn bevoegd tot het uitvoeren van deze handeling.
De care-verpleegkundigen in opleiding of stagiaire mag deze handeling verrichten nadat aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- de theorie op school behaald is
- deze handeling middels een leerdoel in de praktijk behaald is
- de werkbegeleider is akkoord dat de leerling/stagiaire deze handeling verricht
Werkwijze
Voor het aansluiten van een infuus of het plaatsen van een spuitje dienen de microclaves te worden gedesinfecteerd met alcohol 70%. Ze hoeven niet geflushed te worden, aangezien de dode ruimte slechts 0,04 ml is.
Er zijn ook ‘spinnen’(3-lumen) van microclaves, deze moeten wel worden geflushed.
De microclave dient gelijk vervangen te worden met de infuussystemen.
Het is niet toegestaan:
- een naald door het membraan te steken
- twee ventielen op elkaar te koppelen
- een luerlockafsluitdopje op de microclave te plaatsen.
Bij overplaatsing naar de verpleegafdeling, in overleg met de desbetreffende afdeling of daar microclaves gebruikt worden, besluiten om micro-claves te laten zitten of te vervangen door de gebruikelijke afsluitdopjes.
Rapportage
Werk de relevante gegevens bij in het PDMS of HIX
Bijzonderheden
De microclave is een afsluitventiel dat rechtstreeks op een infuuslijn of katheter kan worden geplaatst. Er kan een male-luerlockaansluitstuk of een injectiespuit zonder naald op worden aangesloten. Het voorkomt een open verbinding met de buitenlucht wanneer het infuussysteem niet is aangesloten en vermindert daarmee de kans op infecties en luchtembolieën.
De microclaves worden bevestigd op perifere infusen, kraantjes, centraal veneuze katheters, en Swan Ganz katheters. Niet plaatsen op druklijnen, dit geeft drukverschil. Het dopje hoeft niet te worden verwijderd om de katheter of canule te kunnen gebruiken.
OP ONZE IC GEEN LIJNSEPSIS 1. Selectie van de optimale katheterplaats 2. Desinfectie van de huid met chloorhexidine 3. Handhygiëne 4. Maximale voorzorgsmaatregelen bij insertie 5. Dagelijkse controle op juistheid indicatie 6. Dagelijkse controle van de insteekopening op ontstekingsverschijnselen |
Comments