top of page

Niet-invasieve beademing thuis (NIBT) instellen bij COPD-patiënten op afdeling C1

1. Doel

Opname COPD-patiënten voor het instellen van thuisbeademing.


2. Toepassing

Afdeling longgeneeskunde (C1).


3. Bevoegdheden

Gediplomeerde verpleegkundigen mogen deze handeling (op en afzetten masker, beademing aan en uitzetten) uitvoeren.

De verpleegkundigen op longgeneeskunde moeten geschoold zijn.

Instellen op de thuisbeademing wordt gedaan door ventilation practitioner ICU, verpleegkundig specialist longgeneeskunde of intensivist.


4. Indicaties en achtergrond

Patiënten met zeer ernstig COPD (Gold 3-4) en hypercapnie (pCO2>6,4) en zware ziektelast en/of frequente opnames en/of bekend in het longtransplantatietraject. Doel

Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan een recruteermanoeuvre bij een beademde patiënt.


Deze patiënten hebben vaak nachtelijke hypoxemie en hypercapnie, enerzijds het gevolg van obstructieve- en centrale apnoe’ s anderzijds vanwege het longlijden.

Een en ander leidt tot een matige kwaliteit van slapen en niet uitgerust wakker worden. Deze patiënten worden vaak opgenomen in het ziekenhuis.

De patiënten zijn niet beademingsafhankelijk: het doel van instellen op niet invasieve beademing is verbetering van kwaliteit van leven en verminderen van het aantal ziekenhuisopnames.

Patiënten die geselecteerd worden voor NIBT zijn altijd onder behandeling van één van de longartsen in het ASz (klinisch bij acute exacerbatie of poliklinisch). De longarts en / of verpleegkundig specialist longgeneeskunde stelt de indicatie waarna een fase van voorbereiding bestaat. Hierin wordt een klinische slaapregistratie (PSG) afgenomen om de indicatie verzekeringstechnisch rond te krijgen. Bij een AHI > 5 wordt een Bipap aangevraagd. De patiënt wordt geïnformeerd middels een folder en een telefonisch- of poliklinisch consult.


5. Werkwijze

Opname

- Anamnese, thuismedicatie en reanimatiebesluit wordt geregeld door arts-assistent C1 in samenspraak met ventilation practitioner ICU en/of verpleegkundig specialist longgeneeskunde.

- Bij opname een capillaire bloedgas laten afnemen door het laboratorium.

- Bij opname krijgt patiënt vragenlijsten van researchverpleegkundige (of van ventilation practitioner ICU, verpleegkundig specialist longgeneeskunde), deze in laten vullen en afgeven bij researchverpleegkundige (of ventilation practitioner ICU, verpleegkundig specialist longgeneeskunde).


Instellen thuisbeademing

- De ventilation practitioner ICU, verpleegkundig specialist longgeneeskunde komt tijdens opname om patiënt in te stellen op de thuisbeademing. Zij regelen, passen het masker en zorgen voor de juist ingestelde drukken op het Bipap-apparaat.

- De verpleegkundige van de afdeling oefent regelmatig met de patiënt: op- en afdoen masker (evt. met spiegeltje), Bipap-apparaat aan- en uitzetten etc, e.e.a. in overleg met patiënt. Belangrijkste is dat patiënt in een veilige omgeving kan wennen aan masker en apparaat, zodat patiënt dit thuis zelfstandig kan oppakken.

- Als patiënt masker op en af kan zetten en het Bipap-apparaat uit en aan kan doen, kun je de thuisbeademing korte tijd (begin bijv. 30 minuten) proberen. Dit in overleg met de patiënt steeds meer uitbreiden.


Controles tijdens opname

- Meet bij opname bloeddruk, temperatuur, ademhalingsfrequentie en saturatie.

- Meet tussendoor op eigen inzicht (bijv. bij het oefenen met Bipap) saturatie en ademhalingsfrequentie.

- Laat na een nacht slapen met Bipap weer een capillaire bloedgas prikken.

- Streefsaturatie = 88 – 92 %, veel patiënten hebben zuurstof thuis, omdat het masker zo zacht is kunnen de patiënten het masker ophouden met het slangetje in de neus – het zuurstofslangetje loopt onder het masker door; als dat niet lukt is er een T-stukje voor op de slang van het Bipap-apparaat waarop de zuurstof kan worden aangesloten (is te vinden op de longpoli).

Verloop van de opname

- De patiënt blijft 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis (minimaal 2 nachten).

- Na iedere nacht wordt er ’s morgens een capillaire bloedgas geprikt door het laboratorium.

- De ventilation practitioner en/of de verpleegkundig specialist verhogen de instellingen van de het Bipap-apparaat om zoveel mogelijk CO2 af te blazen.

- Het streven is dat het CO2 daalt tijdens opname.

- Patiënt kan met ontslag als hij/zij goed overweg kan met het Bipap-apparaat en het masker.

- Poliklinisch wordt dan het CO2 vervolgd.


Nazorg

De patiënt heeft reeds thuis een folder ontvangen (van poli longeneeskunde) over het instellen van thuisbeademing, daarin staat uitleg over deze opname en informatie over het onderhoud van het apparaat. Na ontslag wordt de patiënt gebeld door verpleegkundig specialist longgeneeskunde of ventilation practitioner om te evalueren hoe het thuis met het beademingsapparaat gaat. Ook wordt de patiënt binnen enkele weken thuis bezocht door een longverpleegkundige van de thuiszorg die begeleiding geeft bij het gebruik van thuisbeademing. Verder zal de patiënt gevraagd worden om na 3 maanden, 6 maanden en daarna jaarlijks evaluatieformulieren in te vullen zodat het effect van de behandeling inzichtelijk wordt.


Rapportage

Beschrijf in je rapportage de ervaringen van de patiënt en bijzonderheden in de controles.


6. Bijzonderheden

Bipap – bilevel positive airway pressure

De thuisbeademingmachines hebben een gevoelige trigger waarmee mensen thuis comfortabel kunnen slapen zonder veel ademarbeid te hoeven verrichten.

Om e.e.a. in te stellen moet je in het klinisch menu, daarvoor moet je 2 knoppen tegelijk lang indrukken, zie hieronder. Er zijn meerdere apparaten in omloop, werking is bij bijna allemaal hetzelfde.


- de machine blaast zodra deze voelt (=triggering) dat de patiënt een teug zou willen hebben, dit gebeurt tot aan de IPAP = 8 cm om mee te beginnen.

- Na de inademing stopt de machine en gaat deze zachter blazen om tijdens de uitademing nog steeds een beetje druk te behouden EPAP: het nut hiervan is dat de luchtweg open blijft en bullae in de longen niet in elkaar zakken. Op deze wijze voorkom je obstructieve apnoe’ s en krijg je hetzelfde effect wat COPD patiënten vaak doen (tijdens de uitademing de lippen persen) Deze staat ingesteld op 4 cm om mee te beginnen

- De machine moet weten dat deze instelling gewenst is: = ST of S of Spontaneous mode zijn de benamingen (afhankelijk welke machine gebruikt wordt)

- De machine moet ook weten welk masker er gebruikt wordt: = full face mask

- De gebruikte slangen: slim-line

- Omdat nogal wat COPD patiënten centrale apnoe’ s hebben wordt er ingesteld back up frequentie = 10 x – de machine beademd de patiënt dan kortdurend


Masker

Er zijn drie maten van het masker (S, M, L) en bij opname wordt de juiste maat gekozen. Er zijn meerdere manieren om het masker comfortabel aan te meten.

Het is belangrijk om enerzijds geen lekkage te hebben (dus strak genoeg) en anderzijds geen drukplekken/oncomfort op gezicht (dus niet te strak). Speel hiermee! Ook het juist instellen van de knop boven de neus kan veel comfort geven: daarmee kun je het masker iets meer van de neus afzetten ter voorkoming van drukplekken.

7. Literatuur

- Richtlijn non-invasieve beademing tijdens acute respiratoire insufficiëntie bij COPD, juli 2013. CBO.

- Duiverman ML. Noninvasive ventilation in stable hypercapnic COPD: what is the evidence? ERJ Open Res 2018; 4: 00012-2018 [https://doi.org/10.1183/23120541.00012-2018]

- www.vivisol.nl

Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


bottom of page